creatie

Pieter De Poortere: “In tijden van polarisatie vind ik het belangrijk om te tonen dat we allemaal dezelfde rituelen hebben.”

27 september 2024

Iemand die strips maakt, is een beetje een goochelaar: illustraties brengen verhalen tot leven en maken ze toegankelijker. We hadden een boeiend gesprek met stripauteur Pieter De Poortere (48), vooral bekend door zijn stripreeks Boerke. Heel vriendelijk beantwoordde hij onze vragen over Hendrik en Poes, een van zijn laatste strips.

Tekst: Dominika Tymoshenko

Hendrik en Poes is gericht op beginnende lezers, zodat het leesplezier voor iedereen toegankelijk is. Dat klinkt heel inclusief. Wat is de plaats van toegankelijkheid in jouw werk?

“Het boek is onderdeel van de reeks ‘Lees-trips’ die ik met mijn uitgeverij Nanuq gelanceerd heb. We zijn ervan overtuigd dat strips een ideale hefboom zijn om kinderen aan het lezen te krijgen. Maar ook voor kennisoverdracht. De nadruk ligt op het leesplezier, als basis om zo verder de wereld van boeken te ontdekken.”

Voor zover ik weet, zijn Hendrik en Poes de geesten van het Huis van Alijn. Je hebt ze gemaakt in samenwerking met dat museum. Wat heeft je geïnspireerd om ze te maken zoals ze zijn?

“Hendrik en Poes zijn al geruime tijd mascottes van de kinderwerking van het Huis van Alijn. Ze hebben ook een kinderroute en luisterroute in het museum. Het zijn spoken die al eeuwen in het museum wonen. Kinderen vinden de spoken fantastisch, voor hen zijn ze echt. Ik maakte eerder al zoekprentenboeken voor kleuters, over Gent en over circus, en dit boek legt de link met de missie van het museum: focussen op het dagelijks leven en de rituelen die daarbij horen.”

Waarom heb je Nieuwjaar en reizen naar verschillende landen als thema van de strip gekozen?

“Ik wilde de gelijkenissen en verschillen tonen. Samen met het museum hebben we gekeken wat we in sommige landen hetzelfde doen als we vieren, maar ook waar we verschillen. In tijden van polarisatie vind ik het belangrijk om te tonen dat we allemaal dezelfde rituelen hebben. Een zelfde boek zou ook kunnen gaan over verjaardagen of over afscheidsrituelen. Misschien komen die er nog.”

Wat helpt volgens jouw om de grenzen tussen de auteur en de lezers te overbruggen? 

“Ik denk dat het mogelijk is om een universeel verhaal te vertellen door dicht bij jezelf te blijven als auteur.”

Je bent voorzitter van de raad van beheer van het Stripmuseum in Brussel. Je werkt ook samen met het Huis van Alijn. Hoe kan een modern museum een interactieve plek zijn waar verschillende mensen elkaar kunnen ontmoeten en hun meningsverschillen kunnen uiten?

“Een museum heeft vele gezichten. Naast het bewaren en onderzoeken van het verleden moet het ook verankerd zijn in de hedendaagse samenleving, en aandacht hebben voor de verhalen van vandaag. De deuren moeten openstaan voor iedereen en er moet actief ingezet worden op kwetsbare of doelgroepen die niet worden bereikt.”

Welk advies zou je aspirant-stripboekmakers geven?

“Probeer je eigen stem te vinden. Wat wil jij vertellen? Het verhaal is minstens even belangrijk als de tekeningen.”

Op de hoogte blijven?

Wil jij meewerken aan een inclusievere boeken- en letterensector in Vlaanderen? Schrijf je dan nu in voor de nieuwsbrief en we houden je op de hoogte van alle kansen en projecten van Elk verhaal telt.