publicatie en presentatie

Vanessa Joosen: “Er is zo’n rijkdom aan stemmen met interessante verhalen”

24 november 2023

Vanessa Joosen is professor aan de Universiteit Antwerpen, waar ze de vakken Engelse literatuur en Jeugdliteratuur doceert. In haar lessen besteedt ze bewust aandacht aan diversiteit en inclusie, onder andere door de verplichte literatuurlijsten divers te maken. Haar onderzoek spitst zich toe op de constructie van kindertijd, volwassenheid en ouderdom in de literatuur, postmoderne herwerkingen van sprookjes, de internationale receptie van sprookjes en de literaire kritiek van kinderboeken. Sinds 2018 organiseert professor Joosen ook de Children’s Literature Summer School. Datzelfde jaar ontving ze een ERC Starting Grant voor het project ‘Constructing Age for Young Readers’. Ze vertelt graag over het belang van inclusie in kinder- en jeugdliteratuur.

Vanessa Joosen
© Universiteit Antwerpen

Waarom vind je kinder- en jeugdliteratuur zo fascinerend?

“Ik vind het een spannende vorm van literatuur die niet alleen interessante verhalen vertelt maar ook vaak prachtig taalgebruik en illustraties bevat. Jeugdliteratuur zegt ook veel over de kennis en waarden die mensen willen doorgeven aan de volgende generaties.”

Welke evoluties heb je in de loop van je carrière in dat genre opgemerkt en wat kenmerkt volgens jou de kinder- en jeugdliteratuur van de laatste vijf jaar?

“Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van een tegenstelling tussen kunstzinnige en onderhoudende boeken naar literatuur die beide probeert te zijn (en daar soms in slaagt). We zien ook oprechte pogingen om de jeugdliteratuur (zowel de boeken, de productie als het lezerspubliek) meer divers en inclusief te maken. Bezorgdheid over de terugloop van het lezen onder jongeren leidt ook tot pogingen om hen weer te boeien.”

Diversiteit en inclusie worden steeds belangrijkere thema’s in de boekenindustrie. Geldt dat ook voor kinder- en jeugdliteratuur?

“Absoluut, hoewel jeugdliteratuur traag is als het gaat om het diversifiëren van de sector zelf: veel boeken over diversiteit worden nog steeds gemaakt door mensen die tot dominante groepen behoren.”

Is er een bepaalde benadering van diversiteit die je zelden ziet in kinderliteratuur? Is het aanbod van diverse verhalen zelf divers genoeg?

“Auteurs en illustratoren uit Vlaanderen en Nederland met een diverse achtergrond moeten nog meer kansen en stimulansen krijgen om hun verhaal te vertellen. Daarnaast moeten onze vertalingen meer gediversifieerd worden om kinderboeken uit meer niet-Engelstalige landen op te nemen.”

Je bent professor aan de Universiteit Antwerpen. Is diversiteit en inclusie ook een thema in jouw vakken? Zo ja, waarom vind je dat belangrijk?

“Ja. Ik ga actief met het thema aan de slag en probeer mijn leeslijsten divers te maken. Dat brengt studenten in contact met goede literatuur die een belangrijke rol speelt in de samenleving. Het maakt studenten ook bewust van de beperkingen van hun eigen perspectief en hoe hun blik kan worden verbreed met andere ervaringen en opvattingen die zeer relevant zijn voor onze wereld. Het toont de verscheidenheid aan kinderen en adolescenten die het verdienen om vertegenwoordigd te worden in de literatuur en de rijkdom aan stemmen die interessante verhalen te vertellen hebben. Ik besteed daarbij zowel aandacht aan inhoud als aan politiek en literaire vorm, en ik behandel onderwerpen als positionaliteit en intersectionaliteit.”

Positionaliteit

Positionaliteit is het idee dat persoonlijke ervaringen, waarden, opvattingen en locatie in tijd en ruimte invloed hebben op hoe iemand de wereld begrijpt. In die context zijn geslacht, ras, klasse en andere aspecten van  je identiteit indicatoren van sociale en ruimtelijke posities en geen vaste, gegeven kwaliteiten.

Intersectionaliteit

Intersectionaliteit is de erkenning dat iedereen zijn eigen unieke ervaringen van discriminatie en onderdrukking heeft en dat we rekening moeten houden met alle factoren die mensen kunnen marginaliseren – geslacht, ras, klasse, seksuele geaardheid, fysieke mogelijkheden, enzovoort.

Deze twee inclusieve kinderboeken raadt Vanessa Joosen warm aan

Cover van De allerbeste uitvinding ter wereld

‘De allerbeste uitvinding van de hele wereld’ van Shamisa Debroey

Lola is een pienter meisje met een wilde bos krullen. Ze is leergierig en vindt zichzelf een uitzonderlijk geweldige uitvinder. Maar voor het probleem van haar kleine broer vindt ze geen oplossing. Lander is verdrietig en wat Lola ook probeert, ze kan hem niet opvrolijken. Als blijkt dat de oplossing dichter bij huis ligt, leert Lola dat ook kleine dingen een verschil kunnen maken.

Dit boek kwam tot stand tijdens een talentontwikkelingsproject van Every Story Matters, waarbij zes jonge talenten uit verschillende Europese landen gecoacht werden rond inclusieve storytelling.

Cover van Lennox en de gouden sikkel

‘Lennox en de gouden sikkel’ van Zindzi Zevenbergen, Brian Elstak & Hedy Tjin

Lennox is een jongen van elf. Hij weet dat zijn vader zo nu en dan naar het Onzichtbare Ziekenhuis moet, maar waarom? Als hij op een dag het gelukshangertje, in de vorm van een gouden sikkel, vindt dat zijn vader altijd om zijn nek heeft en nooit uit doet, besluit hij samen met zijn vriendinnetje Aya zijn vader te verrassen in het ziekenhuis waar hij die dag een afspraak heeft. Maar als hij daar eenmaal aankomt, blijkt hij de hanger onderweg verloren te zijn…

Dit unieke boek ontstond in samenwerking met IXL, een organisatie die streeft naar meer bekendheid van sikkelcelziekte.

Op de hoogte blijven?

Wil jij meewerken aan een inclusievere boeken- en letterensector in Vlaanderen? Schrijf je dan nu in voor de nieuwsbrief en we houden je op de hoogte van alle kansen en projecten van Elk verhaal telt.